Het onzegbare en het onzichtbare bruggedicht

40 jaar Wibautotisme onder de M.S. Vaz Diasbrug in de Weesperstraat.

Letterlijk Verzet
Vrijdag 23 september, om precies 15.00 uur, vindt de officiële opening van LetterVerZ plaats bij de Weesperbrug, de M.S. Vaz Diasbrug, waaronder dan exact 40 jaar het bruggedicht Wibautotisme van Kristian Kanstadt hangt, in de typografie van Karim Hashem.

Een bescheiden vloot boten met hoge mast zal de brug doen openen, waarop een herbeleving van jewelste kan volgen, waarna de wereld ontploft in dans en gezang.

Aansluitend presenteert het Comité LetterVerZ een expositie* van Aktie Typografie met werk van Karim Hashem. De vernissage begint om 17 uur in galerie-werkplaats Vrij Paleis, Paleisstraat 107.

Als je je vanaf de Nieuwmarkt naar de Wibautstraat beweegt, moet je wel over de M.S. Vaz Diasbrug komen, tenzij je per metro ondergronds gaat. In het midden van de Weesperstraat, precies tussen De Dokwerker en het Nationaal Holocaust Namenmonument, ligt basculebrug nr. 238. Die brug vormt een obstakel voor het verkeer dat door wil stromen, als die opengaat. Dan gaat de bel, gaan de bomen dicht en wordt het stil.

Sta je dan aan de kant van De Dokwerker, dan keert de onderkant van de brug zich naar je toe, en je ziet hoe een gedicht openbaart: Wibautotisme van Kristian Kanstadt.

De naam is een raadsel. Een -isme? Een gedicht? Onder een brug? En hoe moet ik dat lezen? Is dit irritant of amusant?

Kanstadt schreef dit bruggedicht in 1980 na de opening van het sluitstuk van de oostlijn van de metro, op 12 oktober. Het is een aanklacht tegen die metro, tegen de racebaan, tegen het beton, tegen de sloop en de ganse stadsvernieling die op en rondom de Wibautstraat werd aangericht. En je kijkt terug in de tijd van de metrorellen en de ‘stadsoorlog’ van de jaren zeventig en tachtig. De naam verwijst naar Floor Wibaut, de SDAP-bestuurder die de volkshuisvesting uitvond, het gedicht is een verwijt aan de wethouders die zijn erfgoed verkwanselden.

Kristian Kanstadt had in 1977 een pand in de Sarphatistraat gekraakt, het latere Zebrahuis met fameuze kunstenaars als Diana Ozon en Hugo Kaagman. Kanstadt had met lede ogen aan moeten zien hoe de aanpalende Weesperbuurt naar de gallemiezen was geholpen, en door de aanleg van de metro definitief de das om dreigde te worden gedaan. Tijd voor aktie dus. Maar helaas: de ludieke interventie bij de opening van de laatste kilometer van de oostlijn viel in het water, een verfbom werd onschadelijk gemaakt.

Uit onverzettelijkheid rekende Kanstadt af met alle ongein om hem heen en schreef Wibautotisme.

Het gedicht maakt tastbaar wat je ervaart als je met de metro van Waterloo- naar Weesperplein reist. De mechanische ondergrondse, vol elektronica en gekke geluiden, een gemankeerde omgang. Deze dystopische omgeving kun je autistisch noemen.

Karim Hashem had zijn strepen als letterverzetter eerder verdiend op de stencilzolder van koffiebar Roodmerk in de Bethaniënstraat en als opmaker van de Kraakkrant. Op de voorpagina van de editie uit april 1979 introduceerde hij het kraakteken. Als medewerker van het eerste uur in het gekraakte Fort van Sjakoo in de Jodenbreestraat voerde hij de Kantoorlog en het Anti-City Circus tegen de Stopera.

Daarnaast werkte Hashem in het cultureel centrum De Melkweg als grafisch vormgever en bood geregeld uitkomst aan dichters en andere kunstenaars die iets in eigen beheer wilden uitgeven. Zo werd ook Kanstadts bundel ‘Extase Inquisitie’, met daarin Wibautotisme, door Hashem vormgegeven. Dat was het begin van een samenwerking, een co-creatie van beeld en taal, die zou culmineren in het Wibautotisme.

Kristian bezocht Karim op diens woonboot, want daar lag een sloepje naast. Daarmee wilde hij spandoeken met het gedicht onder de ophaalbrug in de Weesperstraat hangen. Maar toen kregen ze de tip hiervoor bij de commissie beeldende kunst aan te kloppen en tot hun stomme verbazing gaf de gemeente opdracht aan de beide kunstenaars om dit gedicht onder de M.S. Vaz Diasbrug aan te brengen. “Kale” Wim Polak Emzn, de toenmalige wethouder Kunstzaken, zette zijn handtekening eronder. Wat begon als een spandoek en een sloepje mondde na twee jaar uit in een duurzame uitvoering van de twaalf coupletten op twaalf solide Montaplex borden onder de brug, onder de val. Ga maar kijken, het hangt er nog steeds, sinds 23 september 1982. De mislukte ondergrondse interventie was als bruggedicht teruggekeerd en gecanoniseerd, met medewerking van de Dienst der Publieke Werken.

De uitdaging is de letter waarin het gedicht is gezet. Hashem ontwierp de unieke, nogal cryptische, typografie van het gedicht, waarin sporen van de Amsterdamse School en het constructivisme te herkennen zijn.  Maar wat staat daar nou? De letter verzet zich tegen de lezer! Het gedicht laat zich niet zomaar kennen. Miljoenen malen hebben mensen ervoor gestaan in de afgelopen veertig jaar!

Je moet de tijd hebben, of nemen, om te kunnen “ontletteren” wat er staat. Wibautotisme nodigt uit tot stilstaan, tot kijken, vanuit verschillende hoogten, hoeken en afstanden. Dan zie je meer. Dan kun je verder.

Als verkeersdeelnemer vind je met enig geluk de juiste zichtlijn op de tekst. Dan moet je op het juiste moment, op de juiste plek en op de juiste hoogte zijn. Dan opent de brug het gedicht en beneemt het zicht op de Wibautstraat.

Het ideale standpunt bereikte je met de auto vanuit de tunnel onder het Mr. Visserplein, om dan heuvel op, in de file voor de opgehesen brug te belanden. Op een afstand van ca. 250 meter en ietwat van onderaf, stilstaand voor de open mond vol tanden, zag je de twaalf coupletten. En kon je het lezen. Zo was het ontworpen.

Helaas heeft ook hier de herprofileringsdrift toegeslagen. De tunnel onder het Mr. Visserplein werd dichtgegooid. De grootstedelijke hotspot van gassen, graffiti en vieze geuren overleefde de jaren tachtig niet.

Verkeerskundig bezien markeert het bruggedicht van Kanstadt dan ook het einde van het tijdperk van de autodominantie. 

Vanaf De Dokwerker, de verzetsman, kijk je over de brug uit op de gekantelde kubus, ter ere van Vaz Dias.Mediatycoon Vaz Dias (1881-1963) was al wereldberoemd voor zijn dood in 1963. De in 1881 geboren Mozes Salomon Vaz Dias was pionier van het perswezen, uitvinder van de Radio Nieuwsdienst (later verzorgd door het ANP) en van het reclamewezen. Honderd jaar geleden produceerde hij het eerste radiotelefonische verslag van een voetbalwedstrijd. Zijn erfgoed? Dat zijn wij, kinderen van de media!

Toen Vaz Dias gevraagd werd aan welk object in de stad hij zijn naam zou willen verbinden zou hij gezegd hebben: “Ik heb een grote mond, dus doe maar een ophaalbrug”. De man wist hoe hij zijn werk in de openbaarheid moest katapulteren.

Als de ophaalbrug zijn mond opent, verschijnt letterlijk verzet, een protest tegen de metro, tegen de racebaan, tegen het beton, tegen de sloop en de stadsvernieling die daar, van de Weesperzijde tot aan de Lastage, werd aangericht. Met alle gevolgen voor de mensen die daar woonden en moesten verkassen.

Het bruggedicht Wibautotisme is een uniek monument in een stad die zo rijk is aan bruggen (…) maar ook omdat het ‘t merendeel van de tijd onzichtbaar is (…), en dan weer even, als de brug opengaat om grote schepen te laten passeren, een artistieke verrassing biedt. (Annemarie de Wildt, voor Stadscuratorium Amsterdam).